Opdracht 7

Rekenraadsels

Na elke les wiskunde mogen 2 of 3 leerlingen aan de computer een rekenraadsel zoeken. Thuis gaan de leerlingen hun raadsel verwerken in een ‘Wordmosaic’. Ze kiezen een vorm zoals een ster, kat of smiley en schrijven hier hun raadsel in. Ze printen dit af, knippen dit uit en wanneer het zover is, komt elke leerling om beurt naar voor. De leerling hangt z’n vormpje aan bord en leest het raadsel voor. De rest van de klas gaat dit nu proberen op te lossen, degene die als snelste het raadsel heeft opgelost mag als volgende aan de beurt.

 

Bronnen:

 

https://www.imagechef.com/ic/nl/word_mosaic/

 

 

Verantwoording:

 

Vraag 1: waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak? De leerlingen zien in dat wiskunde ook leuk kan zijn door wiskundige raadsels op te lossen waarbij je wel goed moet nadenken.

Vraag 2: waarom past deze activiteit bij de leerlingen van het 3de leerjaar? ‘Wordmosaic’ is heel makkelijk om te gebruiken en de leerlingen kunnen dit thuis perfect zelf. Ze hebben ook een leeftijd bereikt dat ze het belangrijk vinden om moppen en raadsels te kennen, dit past goed bij hun leefwereld.

Vraag 3: waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm? De leerlingen gaan als het ware hun raadsel presenteren maar dan op een leuke manier. Het grootste deel van de opdracht doen ze thuis omdat deze eindterm zich louter richt op het presenteren.

Vraag 4: waarom verhoogt deze activiteit de kwaliteit van het onderwijs? Omdat wiskunde ook anders en leuk aanzien kan worden. Onbewust gaan ze goed moeten nadenken over het raadsel en eventueel moeten tellen en zo blijven ze bezig met wiskunde en met wat ze tot hiertoe al geleerd hebben.

Vraag 5: hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas? Na elke wiskunde les in de klas mogen 2 tot 3 leerlingen een raadsel zoeken, schrijven dit op en werken dit thuis uit met ‘Wordmosaic’ ze printen dit af, knippen hun vorm uit en wanneer we de raadsels gaan oplossen komen ze om de beurt aan bord, hangen hun vorm op en vertellen hun raadsel. Alle kinderen zijn betrokken en denken goed mee. Wie het als eerste juist heeft geraden mag zijn//haar raadsel komen voorstellen.

 

Eindterm: 7